Veel mensen houden niet van labels. Ik denk omdat labels beperkend kunnen voelen én werken. Alsof het label je bewegingsruimte verkleint. Ook ik had last van ‘label-angst’. Ik heb jarenlang gezegd dat ik ‘trekken van hoogsensitiviteit’ had. Maar het grappige is: vanaf het moment dat ik mijn hoogsensitiviteit volledig omarmd heb, voel ik me veel vrijer dan daarvoor. Het label geeft me juist meer bewegingsruimte, doordat ik mezelf beter begrijp. En daarnaast: het is maar één label. Zoveel eigenschappen, zoveel labels.
Hoogsensitief zíjn is dus geen probleem. Erover práten is een ander verhaal. Dat vind ik nog steeds heel lastig. Tenminste, als dat is met mensen die zelf anders in elkaar zitten. En die kans is groot, met minder HSP dan niet-HSP op de wereld. Als ik met niet-HSP over mijn hoogsensitiviteit praat, voelt het alsof ik mezelf aan het verantwoorden ben. Een soort excuses maken voor ‘anders zijn’.
Álles zien
Laatst had ik een mooi gesprek daarover met Floor, die dat gevoel goed begrijpt. Zij vertelde over haar dochter van 2,5 jaar, die álles ziet. Van de kleinste verandering in de woonkamer tot welke ouder bij welk kindje hoort op de opvang. Ze is erg onder de indruk van nieuwe dingen en gezelschappen, waardoor ze op dat soort momenten even stilvalt, terwijl ze thuis vol enthousiasme speelt en eindeloos liedjes zingt. Elke ochtend bij de opvang moet ze even alles in zich opnemen, voordat ze zich mengt in de groep. Floor krijgt dan vaak te horen: ‘Ze is een beetje verlegen, hè?’ Ze hoort zichzelf dan antwoorden geven als ‘ze moet even de kat uit de boom kijken’ of ‘ze moet even ontdooien’, maar die omschrijvingen voelen niet goed. Floor zei tegen me: ‘Ontdooien betekent dat je eerst bevroren was, maar ze is het tegenovergestelde van bevroren. Er gebeurt juist ontzettend veel in dat hoofdje.’ De woorden die Floor ‘vanzelf’ gebruikt om haar dochters gedrag uit te leggen, voelen voor haar als excuses aan een extraverte wereld.
Emotionele geletterdheid
Ik moest bij het verhaal van Floor gelijk denken aan de term ‘emotionele geletterdheid’. Esther Bergsma zegt in een blog: ‘Precies kunnen benoemen wat je voelt; daarvoor moet je veel emotiewoorden tot je beschikking hebben en die herkennen en inzetten op het passende moment. Dat is emotionele geletterdheid.’ Ik heb het gevoel dat ik goed emotioneel geletterd ben, maar in gesprek met anderen loop ik regelmatig vast en verval ik in algemeenheden. Net als Floor.
De reactie van Floors dochter als ze binnenkomt bij de opvang, herken ik in volwassen versies van die situatie. Maar zoals Floor al zei, het voelt niet als verlegen zijn of moeten ontdooien. Hoe voelt het dan wel? Het voelt als mezelf in de situatie plaatsen. En daarvoor moet ik eerst een aantal vragen beantwoorden: Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? Heb ik zoiets eerder meegemaakt? Hoe verhoud ik mezelf tot deze situatie? De situatie moet een plekje krijgen in mij, voordat ik me in de situatie kan begeven. Zo voelt het.
Jezelf begrijpen
Maar hoe leg je dat uit aan iemand die ‘gewoon’ ergens binnenkomt en mee gaat doen? Ik weet bijna zeker dat de uitleg ‘Laat me maar even, de situatie moet eerst een plek in mij krijgen’ grote vraagtekens oproept. En misschien wel een keiharde lach. Dus ik zeg het niet. Is dat fout? Verloochen ik mezelf daarmee? Nee, ik denk het niet. Het gaat erom dat ik het zelf begrijp.
En daar ligt volgens mij het antwoord: ik hoef mijn acties niet altijd uit te leggen. Niet iedereen hoeft mij te begrijpen, zolang ik mezelf maar begrijp. Dus mocht iemand er een vraag over stellen, dan antwoord ik voortaan: ‘Oh, er is niets, hoor. Ik heb alleen even tijd nodig. Zo zit ik gewoon in elkaar.’
(Dit blog is ook te lezen op het platform Hoogsensitief.nl.)